Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Aangaande Efraim, hunlieder [47]heerlijkheid zal [48]wegvlieden als een vogel; [49]van de geboorte, en van [50][moeders] buik, en van de ontvangenis af. 47. Dat is, hun koninkrijk, gezegende staat, en voornamelijk de menigte hunner kinderen, waarmede zij versierd en verheerlijkt zijn, gelijk in het volgende verklaard wordt. Zie Ps.127:5; Spreuk.17:6. 48. Dat is, zij zullen snellijk daarvan beroofd worden, en dezelve zo weinig weder kunnen verkrijgen als een ontvlogen vogel. 49. Dat is, zo haast zij zullen geboren zijn, of terwijl zij gedragen worden, of zo haast zij zullen ontvangen zijn. 50. Van de invoeging van dit woord, zie Richt.13:5, en Job 3:10.